Renterisico's

De gemeente beheerst renterisico's door onder andere de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet

De overheid stelt grenzen aan het totaal van kort opgenomen geld (kasgeld), omdat rentefluctuaties grote gevolgen kunnen hebben voor de rentelasten in de (meerjaren)begroting. De kasgeldlimiet is 8,5% van het begrotingstotaal.

Kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000)

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

Kasgeldlimiet

13.664

13.664

13.664

13.664

Opgenomen kasgeld

-237

1.047

-390

-676

Ruimte onder kasgeldlimiet

13.901

12.617

14.054

14.340

Het beleid is om maximaal kort geld (kasgeld) te lenen. Als voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet (ruimte onder kasgeldlimiet is negatief) wordt overschreden, moet de gemeente de provincie op de hoogte stellen en een plan voorleggen. Meestal is de oplossing om kort geld om te zetten in lang geld.

In 2023 is er sprake van een liquiditeitsoverschot omdat er nog liquide middelen beschikbaar waren via schatkistbankieren.

Renterisiconorm

De renterisiconorm beperkt de omvang van de jaarlijkse aflossingen en de leningen die voor renteherziening in aanmerking komen. De renterisiconorm is 20% van het begrotingstotaal.

Renterisiconorm (bedragen x € 1.000)

2023

2024

2025

2026

Renterisiconorm

32.150

30.537

28.180

28.254

Aflossingen

10.051

11.555

10.060

11.564

Ruimte onder renterisiconorm

22.099

18.982

18.120

16.690

In alle jaren is er ruimte binnen de grenzen van de renterisiconorm.