Renterisico's

De gemeente beheerst renterisico's door onder andere de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet

De overheid stelt grenzen aan het totaal van kort opgenomen geld (kasgeld), omdat rentefluctuaties grote gevolgen kunnen hebben voor de rentelasten in de (meerjaren)begroting. De kasgeldlimiet is 8,5% van het begrotingstotaal.

Kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000)

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

Kasgeldlimiet

12.385

12.385

12.385

12.385

Opgenomen kasgeld

-348

-253

-374

-212

Ruimte onder kasgeldlimiet

12.733

12.638

12.759

12.597

Het beleid is om maximaal kort geld (kasgeld) te lenen. Als voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet (ruimte onder kasgeldlimiet is negatief) wordt overschreden, moet de gemeente de provincie op de hoogte stellen en een plan voorleggen. Meestal is de oplossing om kort geld om te zetten in lang geld.

In 2022 is er sprake van een liquiditeitsoverschot omdat er nog liquide middelen beschikbaar waren via schatkistbankieren.

Renterisiconorm

De renterisiconorm beperkt de omvang van de jaarlijkse aflossingen en de leningen die voor renteherziening in aanmerking komen. De renterisiconorm is 20% van het begrotingstotaal.

Renterisiconorm (bedragen x € 1.000)

2022

2023

2024

2025

Renterisiconorm

29.141

25.543

27.156

25.744

Aflossingen

12.100

10.051

11.555

10.060

Ruimte onder renterisiconorm

17.041

15.492

15.601

15.684

In alle jaren is er ruimte binnen de grenzen van de renterisiconorm.