Renterisico's

De gemeente beheerst renterisico's door onder andere de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet

De overheid stelt grenzen aan het totaal van kort opgenomen geld (kasgeld), omdat rentefluctuaties grote gevolgen kunnen hebben voor de rentelasten in de (meerjaren)begroting. De kasgeldlimiet is 8,5% van het begrotingstotaal.

Kasgeldlimiet (bedragen x € 1.000)

Kwartaal 1

Kwartaal 2

Kwartaal 3

Kwartaal 4

Kasgeldlimiet

15.552

15.552

15.552

15.552

Opgenomen kasgeld

3.537

13.173

783

-

Ruimte onder kasgeldlimiet

12.015

2.379

14.770

15.552

Het beleid is om maximaal kort geld (kasgeld) te lenen. Als voor het derde achtereenvolgende kwartaal de kasgeldlimiet (ruimte onder kasgeldlimiet is negatief) wordt overschreden, moet de gemeente de provincie op de hoogte stellen en een plan voorleggen. Meestal is de oplossing om kort geld om te zetten in lang geld.

In 2024 is er sprake van een liquiditeitsoverschot omdat er nog liquide middelen beschikbaar waren via schatkistbankieren.

Renterisiconorm

De renterisiconorm beperkt de omvang van de jaarlijkse aflossingen en de leningen die voor renteherziening in aanmerking komen. De renterisiconorm is 20% van het begrotingstotaal.

Renterisiconorm (bedragen x € 1.000)

2024

2025

2026

2027

Renterisiconorm

36.594

32.513

30.579

31.352

Aflossingen

11.555

10.060

11.564

10.069

Ruimte onder renterisiconorm

25.039

22.453

19.015

21.283

In alle jaren is er ruimte binnen de grenzen van de renterisiconorm.