Leeswijzer
De jaarstukken bestaan uit een beleidsmatig en uit een financieel gedeelte, respectievelijk het jaarverslag en de jaarrekening.
Het jaarverslag
De jaarstukken 2024 volgen in opzet de begroting 2024. De financiële informatie is binnen de programma's op het niveau van taakvelden opgenomen. Deze taakvelden zijn voorgeschreven vanuit het besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Naast de negen beleidsprogramma's is er een 'programma' algemene dekkingsmiddelen en zijn er overzichten van overhead, vennootschapsbelasting en onvoorzien. Het overzicht overhead geeft inzicht in de kosten van alle overhead die niet rechtstreeks aan de uitvoeringsprogramma's toe te rekenen zijn. Onder de overhead vallen (o.a.) kosten voor directie, management, financiën, Human Resoure Management (HRM), facilitaire zaken, informatievoorziening en communicatie.
Indicatoren en streefwaarden
In lijn met de eerder genoemde taakvelden is vanuit het BBV een basisset van 35 beleids- of prestatieindicatoren voorgeschreven, die gemeenten verplicht moeten opnemen in de begroting en jaarrekening. Deze indicatoren geven inzicht in (de vergelijkbaarheid tussen gemeenten van) de beleidsprestaties en zijn objectief meetbaar. De gegevens zijn beschikbaar via landelijke bronnen voor alle gemeenten en vragen dus niet om een eigen/nieuw registratiesysteem. Alle gegevens zijn te raadplegen via www.waarstaatjegemeente.nl en op peildatum 1 mei 2025 zijn de gegevens overgenomen. De indicatoren bevatten voor het college en de gemeenteraad belangrijke informatie om te kunnen sturen. Per programma worden de verplichte indicatoren in een tabel, aangeduid met een 'B'. De indicatoren worden vergeleken met gemeenten in dezelfde stedelijkheidsklasse. Naast de basisset indicatoren zijn op een aantal programma's facultatieve indicatoren opgenomen, aangeduid met een 'F'. Deze gegevens komen voornamelijk uit de Gorcumse burgerpeiling. Een nieuw element in het overzicht is de realisatie over 2024 per indicator. Als de realisatie aanzienlijk afwijkt van de streefwaarde, wordt dit nader toegelicht. De meest recente burgerpeiling werd afgenomen in 2023, waardoor de realisatie over 2024 niet beschikbaar is. De eerst volgende burgerpeiling wordt weer in 2025 afgenomen.
Verklaringen afkorting: B = Basisset indicator, F = Facultatieve indicator, PI = Prestatie Indicator, ME = Maatschappelijk Effect.
Programmaverantwoording
De programmaverantwoording bestaat per programma uit de beantwoording van de zogenaamde ‘3 W-vragen’. De gebruikelijke 3 W-vragen zijn gehandhaafd, omdat dit een goede verdiepingsslag aanbrengt van abstract naar concreet niveau.
1. Wat hebben we bereikt?
2. Wat hebben we daarvoor gedaan?
3. Wat heeft dit gekost?
Het doel van ieder programma is overgenomen uit de begroting 2024. Hierin worden de 'overige ontwikkelingen' in enkele programma's nader toegelicht. Wat we in 2024 hebben gedaan om het programmadoel te bereiken is verder uitgewerkt in het overzicht 'concrete voornemens', die voor het grootste deel afkomstig zijn uit het collegeprogramma, inclusief de daaraan gekoppelde planning. Deze voornemens waren opgenomen in de begroting 2024. In een aantal gevallen heeft in de tussentijdse rapportage een bijstelling van de actie plaatsgevonden. Deze bijstelling is ook verwerkt in de jaarrekening, zodat de jaarrekening rapporteert ten opzichte van de stand van zaken bij de tussentijdse rapportage, het laatste moment waarop de begroting is gewijzigd.
Hierbij maken we gebruik van het onderstaande kleurenmodel:
• Periode voorbereiding besluitvorming (Paars)
• Periode plaatsvinden besluitvorming (Lichtblauw)
• Periode actie na besluitvorming of actie zonder besluitvorming (Geel).
Om de voortgang van de concrete voornemens te kunnen beoordelen, zijn er drie extra kolommen toegevoegd in het overzicht van de concrete voornemens: inhoud, planning en budget. Alleen de concrete voornemens die beoordeeld zijn met een oranje of rood bolletje, worden nader toegelicht. Hierbij maken we gebruik van de volgende kleuren om de voortgang van de concrete voornemens te duiden:
• Loopt volgens plan (Groen);
• Loopt niet volgens plan, maar kan worden bijgestuurd (Oranje);
• Loopt niet volgens plan en kan niet worden bijgestuurd (Rood).
Onder het kopje 'Wat heeft dit gekost' worden de baten en lasten per taakveld gepresenteerd. Bij afwijkingen van € 60.000 of groter op taakveldniveau (baten en lasten afzonderlijk) ten opzichte van de gewijzigde begroting worden de grootste en/of politiek relevante afwijkingen – niet limitatief- toegelicht. Ook de aan het programma gerelateerde investeringen en subsidies worden onder het kopje ‘wat heeft het gekost’ gepresenteerd. Investeringen met een budget groter dan € 500.000, afwijkingen boven de € 100.000 op investeringsniveau en politiek relevante investeringen worden nader toegelicht. In elk programma zijn de verbonden partijen opgenomen die hebben bijgedragen aan de realisatie van de doelstellingen van dat programma.
Paragrafen
Na de programmaverantwoording volgen de paragrafen. Deze geven een dwarsdoorsnede van de jaarstukken, bezien vanuit een bepaald beleidsterrein. Het gaat vooral om beheersmatige aspecten die grote (financiële) gevolgen hebben gehad en/of van belang zijn geweest voor het realiseren van de programma's.
De jaarrekening
Het financiële gedeelte gaat in op de grondslagen voor de jaarrekening. In dit hoofdstuk zijn verschillende financiële overzichten opgenomen, waaronder:
- Overzicht van de baten en lasten;
- Recapitulatie structureel begrotingsevenwicht;
- Balans en toelichting per 31 december 2024;
- Rechtmatigheidsverantwoording;
- Wet Normering Topinkomens (WNT);
- Totaaloverzicht van de baten en lasten per taakveld;
- Verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen (SiSa).
Bijlagen
In de bijlagen zijn de meerjarige overzichten van reserves en voorzieningen, het investeringsoverzicht en een overzicht van de beleidskaders opgenomen. Een lijst met gehanteerde afkortingen maakt de jaarstukken compleet.